Rita is zes jaar oud en woont samen met haar ouders, jongere broer en zus en twee oudere zussen in het Rasuwa-district in Nepal. Na een periode van armoede en een langdurig ziekbed van haar moeder besluit haar vader Rita en haar jongere zus naar een kindertehuis te brengen.
Rita en haar zus Assia reizen bijna acht uur met de bus naar een kindertehuis in Kathmandu. Rita vertelt: “We voelden ons in de steek gelaten. Ik vergeet het nooit meer. We hadden gewoon onze ouders nog. Ik heb nooit meer écht leren vertrouwen op anderen”. Over het weeshuis en de vrijwilligers is ze duidelijk: “Vrijwilligers komen en gaan. Dit is niet goed voor het weinige vertrouwen dat de meeste kinderen hebben. Op een bepaalde manier zijn ze goed, ze zorgen tenslotte ook financieel voor ons, maar zodra we ons aan hen hechtten, vertrokken ze alweer.”
Rita: “Vrijwilligers in kindertehuizen brengen uiteindelijk meer kwaad dan goed. Hoe aardig sommigen ook zijn, het moment dat ze vertrekken is gewoon te pijnlijk. Het maakte ons elke keer weer verdrietig.” En dat is nog niet alles. Assia, Rita’s jongere zusje, werd ter adoptie aangeboden. “Ineens was ze weg. Het gebeurde terwijl ik op school zat. De begeleiding zei dat ze was geadopteerd door een goede familie in het buitenland. Ik heb niet eens afscheid kunnen. Dat was een afschuwelijk moment”, vertelt Rita.
Rita’s vader komt direct in actie. Hij voelt zich bedrogen. Rita: “Mijn vader en ik waren in shock toen we ontdekten dat ze was verkocht. Hij vroeg het kindertehuis om haar meteen terug te halen. Maar alles wat hij kreeg was een Amerikaans adres van de familie waar Assia zou wonen. Mijn vader deed lang zijn uiterste best om deze mensen te bereiken, maar ze reageerden nooit op zijn post.”
Rita kwam uiteindelijk terecht bij stichting Umbrella, een organisatie die kinderen, zodra het kan, terugbrengt naar hun ouders of andere verzorgers in de gemeenschap. Rita vertelt: “Uiteindelijk ben ik weer herenigd met mijn ouders. Op dit moment volg ik een verpleegstersopleiding in Kathmandu, dankzij de steun van Umbrella. Ik ben hen daar heel dankbaar voor, net als voor de hereniging.’