Bruce

werkt voor UNICEF in Cambodja als kinderbeschermingsexpert

Kinderen die in weeshuizen verblijven terwijl ze nog ouders hebben. Die hechtingsproblemen krijgen door de continue stroom van vrijwilligers die een maand lang intensief voor ze zorgen en dan weer vertrekken. Die arm gehouden worden zodat toeristen geld geven en daar soms jaren mee doorgaan. Hoe kan deze afschuwelijke uitbuitingsindustrie worden tegengegaan? Bruce Grant, kinderbeschermingsexpert van UNICEF in Cambodja, weet daar alles van. 

Het probleem in kaart brengen

‘Als je bij een weeshuis aan komt rijden, merk je meteen of er vaak toeristen komen. De kinderen komen dan naar de auto toe gerend, roepen: ‘Hello, how are you?’ Ze zijn erop getraind om aardig te doen tegen mogelijke sponsoren. Het is totaal onnatuurlijk gedrag in een land waar plattelandskinderen van nature verlegen zijn’, beschrijft Grant. ‘Deze kinderen hebben nog ouders, maar zijn gerekruteerd door de directeur van een weeshuis, omdat geld aan ze verdiend kan worden. Weeshuizen maken misbruik van armoede.’ UNICEF Cambodja onderzoekt nu hoe de geldstromen naar weeshuizen precies lopen. ‘Het is één grote scam.’

Het verdienmodel 

Een voorbeeld. Zes kinderen, de vader overlijdt. Op de begrafenis spreekt een man de weduwe aan. Hij geeft haar wat dollars en belooft dat een weeshuis voor haar kinderen zal zorgen. Zij opgelucht, want ze had geen idee hoe ze dat voor elkaar moest krijgen in haar eentje. ‘Maar ze weet niet dat haar kinderen geen scholing zullen krijgen’, zegt Grant. ‘Dat ze moeten zingen en dansen zodat toeristen geld zullen geven. En dat zij haar kinderen waarschijnlijk nooit meer terug zal zien.’

Eerst een vangnet 

Het basisprobleem in Cambodja is dat er voor dit soort arme gezinnen geen vangnet is, waardoor wanhopige ouders uiteindelijk hun kroost naar het weeshuis brengen. Ze hopen dat de kinderen daar wel genoeg voeding krijgen, en naar school kunnen. UNICEF werkt samen met de overheid aan het opzetten van een kinderbeschermingsstelsel, zodat de armste gezinnen hulp krijgen als het nodig is. Grant: ‘Met een goed vangnet hoeven er geen kinderen meer te worden afgestaan.’ Het gaat langzaam, maar dat is nou eenmaal de realiteit, zegt Grant. ‘Gelukkig kunnen we in de tussentijd al wel wat doen. Zorgen dat maatschappelijk werkers beschikbaar komen om arme gezinnen te helpen, hen rijst geven of een fiets zodat een kind naar school kan. Relatief kleine dingen die voor arme gezinnen het verschil maken. We helpen deze gezinnen om de kloof te dichten die de Cambodjaanse overheid nu nog openlaat.’

Alleen nog ethisch vrijwilligerswerk

Vrijwilligers vormen een belangrijk deel van het probleem, stelt Grant. ‘Zij brengen geld binnen, dat het systeem van weeshuizen in stand houdt. ‘Stel je eens voor dat in jouw land een volslagen vreemdeling voor kinderen gaat zorgen, voor een maand, zonder enige opleiding of garantie dat hij niks slechts met de kinderen zal doen. Als instituten ongeschoolde vrijwilligers op kinderen laten passen, dat klopt gewoon niet. Jij kan oké zijn, maar de vrijwilliger die na jou komt? Als jij naar een land als Cambodja wil komen en wat wil doen voor kinderen, doe het dan op een ethische manier: op schooltjes bijvoorbeeld in arme dorpen, terwijl de kinderen gewoon bij hun familie wonen. Dat is een win-win voor iedereen.’

Kinderen terug naar hun familie

In 2014 stelde de Cambodjaanse regering op aandringen van UNICEF als doel dat ze het aantal kinderen in weeshuizen per 2019 met 30 procent zou hebben teruggedrongen. Ouders van kinderen in tehuizen worden opgespoord, en er wordt gekeken of het kind weer thuis kan gaan wonen. ‘Wij houden de overheid eraan om hun doel te halen. En letten op dat het zorgvuldig gebeurt’, zegt Grant, strijdlustig. Hij is positief over de haalbaarheid ervan: ‘Bij een aantal kinderen is het verschrikkelijk makkelijk om hen te re-integreren in families en de banden te herstellen. Dat komt omdat het nooit de bedoeling is geweest om een kind voorgoed af te staan. Het was uit pure noodzaak, omdat ouders arm waren.’ Een eerste afname van het aantal kinderen in tehuizen is al te zien. Natuurlijk, zegt hij, er zijn genoeg complexe gevallen, waarbij kinderen niet zomaar terug kunnen naar hun ouders. ‘Maar: elk gezin heeft een extended family. Als ouders wegvallen zijn zij het die moeten bijspringen, indien nodig met steun. Niet een instituut.’

Hoe het allemaal gekomen is

De oorzaak van al deze weeshuizen is de tijd van de Rode Khmer (1968-1975, precies een generatie terug), betoogt Grant. ‘Kijk, skills om kinderen op te voeden krijg je van je ouders. Maar doordat miljoenen mensen zijn vermoord door het regime groeiden honderdduizenden kinderen op zonder ouders. Zij hebben nooit geleerd hoe een gezinsleven eruit kan zien. Daarbij: in de tijd van de Rode Khmer werd alles met geweld opgelost. Nog altijd denkt de helft van de ouders dat het normaal is om je kind te slaan. De nieuwe generatie is gelukkig anders. Cambodja is een succesverhaal. Na de tijd van de Rode Khmer zaten er 50.000 kinderen in overheidsweeshuizen. Nu zijn dat er nog ‘maar’ 2.000. Daarnaast zitten er nog 18.000 in door ngo’s gerunde weeshuizen en dat is het probleem dat nu moet worden opgelost.’

Foto credit: UNICEF/Marco de Swart

Motivatie