Hechting is van levensbelang
Uit onderzoek, van de afgelopen zestig jaar, is gebleken dat opgroeien in een weeshuis niet goed is voor de gezondheid en de psychische, emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen. Dit komt doordat de kinderen in een weeshuis vaak niemand hebben waar ze zich aan kunnen hechten. Een vaste opvoeder is belangrijk om een stabiele en voorspelbare relatie mee te vormen, zodat de kinderen erop kunnen vertrouwen dat er iemand is die voor hen zal zorgen en hen zal beschermen tijdens stressvolle momenten. Omdat er voor kinderen in weeshuizen vaak geen vaste opvoeder is, groeien veel van deze kinderen op met hechtingsproblemen. Deze hechtingproblemen zullen de kinderen de rest van hun leven met zich meedragen. Daarnaast is er ook wetenschappelijk aangetoond dat een verstoorde hechting een negatief effect kan hebben op de hersenontwikkeling.
Vrijwilligers en stagiaires verergeren hechtingsproblemen
Als je als vrijwilliger of stagiaire komt -en gaat- vererger je hechtingsproblemen. Voor jou is het misschien een unieke ervaring, maar de kinderen zien steeds andere mensen, wat steeds opnieuw afscheid nemen betekent. In een kinderhuis met wisselende verzorgers missen kinderen hechtingsfiguren. De kans is groot dat kinderen moeite krijgen, in welke relatie dan ook, zich veilig te voelen. Keer op keer afscheid moeten nemen is niet alleen pijnlijk, het is ook slecht voor hun zelfvertrouwen en zelfbeeld, wat tot allerlei problemen in hun verdere leven kan leiden. En als kinderen niet meer op zichzelf vertrouwen en een laag zelfbeeld hebben, is de kans groter dat ze slachtoffer worden van misbruik, van mensen met minder goede bedoelingen.
“De kinderen leken er voor mij te zijn, in plaats van andersom”
Carmen is 18 als ze, na haar VWO opleiding, vrijwilligerswerk gaat doen in Nepal. ‘Vol goede bedoelingen, maar zonder enige relevante opleiding of voorbereiding, vertrok ik naar Nepal. Zes maanden lang wilde ik de kinderen in het weeshuis mijn tijd en liefde geven om zo hun leven een beetje beter te maken. “De kinderen leken er voor mij te zijn, in plaats van andersom”. Lees hier haar verhaal.
Goede zorg op z’n plaats
We zullen het er allemaal over eens zijn: er bestaat geen betere plek om op te groeien dan bij jouw eigen familie in een vertrouwde omgeving. Toch zijn er kinderen die niet bij de eigen ouders of familieleden op kunnen groeien. Daarom zijn er vuistregels voor alternatieve zorg waarover wetenschappers, beleidsmakers en ontwikkelingsorganisaties het eens zijn:
- Een kind zonder ouders of ouders die niet voor hem of haar kunnen zorgen, is het beste af in een vervangend gezin. Liefst binnen de eigen familie of gemeenschap, of in een pleeggezin.
- Het laatste redmiddel is een weeshuis. Het liefst tijdelijk, tijdens acute nood en als tussenstap naar familie of pleeggezin en altijd zo kort mogelijk. In kleine groepen en met vaste verzorgers.
- Kinderen onder 3 jaar dienen altijd in een gezinssituatie te worden opgevangen en niet in een weeshuis.
“Een onveilige basis is een onveilige toekomst”
Naomi Vandamme is klinisch psycholoog, oprichter van Child-Flower en lid van de werkgroep voor Better Care Network Netherlands. Als betrokken en actieve professional doet ze momenteel promotieonderzoek naar psychotrauma bij kinderen. Ze zegt: “Een onveilige basis is een onveilige toekomst.” Lees hier het interview met haar.